Voorbeelden van het gebruik van Uitmaken in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik denk niet dat het veel gaat uitmaken tegen de Duitsers.
Vind jij dat ik het met hem moet uitmaken?
Wil je die sigaret uitmaken?
Zal alles wat hier gebeurt… niets uitmaken.
Ze wilde het niet uitmaken.
Mijn huidskleur moet niet uitmaken.
zou dat niet uitmaken.
Waarom zou dat wat uitmaken?
Dit kan veel of weinig uitmaken,” zegt Alley.
Ik ben op dit moment heel erg druk dus misschien moeten we het uitmaken.
Waarom zou dat wat uitmaken?
Grootte niet uitmaken.
ze stierf dat ik het moest uitmaken met Juliette.
Dat zou niet moeten uitmaken.
Waarom zou me dat wat uitmaken?
Waarom zou dat wat uitmaken?
En daarom moeten we het uitmaken.
Toon hen dat ze deel kunnen uitmaken van de verandering die de mensheid nodig heeft.
Als ik geen deel kan uitmaken van haar toekomst, zal er geen toekomst zijn.
Concessie Gombe uitmaken van kato.